In september 1911, verklaarde Italië de oorlog aan het Imperium ottoman om de drie provincies te veroveren die de Turken nog in Afrika bezaten, die vandaag onder de naam van Libië worden gekend. De verovering van Libië bleek moeilijker dan voorzien, en, om het Imperium ottoman te forceren om de vrede te vragen, Italië, dat een totale scheepsovermacht had, in Rhodos en, in enkele dagen landde, het eiland bezette. De Italianen bezetten eveneens het eiland Cos en tien andere eilanden: deze eilanden die werden gekend zoals Sporades van het zuiden Dodecanese renommées, hun huidige naam. Het bezit van de Dodecanese door Italië werd door het verdrag van Lausanne van juli 1913 erkend.
De erfenis van fascistisch Italië is vooral zichtbaar in de nieuwe stad. Deze architectuur Kunst Deco wordt door gebouwen van eenvoudige vormen aan de afgerond hoeken gekenmerkt. De Italianen hebben veel meer bouw in 30 jaar gelaten dan hun voorgangers in bijna vier eeuwen: men moet hun met name de restauratie of de wederopbouw van een zeker aantal middeleeuwse gebouwen, maar eveneens het wegennet van het Eiland, waarvan de twee voornaamste wegen.
Belangrijke archeologische werkzaamheden, de opgravingen en de restauraties werden door de Italianen, met name de terugtrekking van de Acropolis en de wederopbouw van het Paleis van de Grote Meesters ondernomen die men nog momenteel kan bewonderen.
De Italianen beheersten het eiland tot in 1943, vervangen door de Duitsers aan de daling van Mussolini. De oorlog eindigde in Rhodos slechts in mei 1945.
Het eiland werd vervolgens door de Engelsen van het eind van de tweede wereldoorlog tot in 1948 bestuurd.
In maart 1948, maakt het Verdrag van Parijs een einde aan de buitenlandse bezigheid, en het eiland Rhodos, zoals het geheel van de Dodecanese, wordt tenslotte aan het Koninkrijk Griekenland verbonden, geworden republiek in 1973.
De Britten in Griekenland in 1949 zullen het overhandigen, jaar waar de Griekse burgeroorlog afloopt.