De Deur van Amboise bevindt zich naast van twee grote cilindrische omloop die op de muur van escarpe wordt gesteund; de Deur van Amboise (píli Ampouaz (Αμπουαζ)), gebouwd in 1512, is het indrukwekkendst van de deuren van Rhodos vanuit een militair standpunt.
De Deur van Amboise moet zijn naam aan zijn bouwer, Groot Hoofd Émery van Amboise, broer van de minister van Louis XII, de kardinaal Georges van Amboise (1462-1515).
Op het buitenlandse versiersel van courtine zijn de schilden van de Orde en van Émery van Amboise toegepast.
Eveneens die van het Groot Hoofd Fabrizio del Caretto op een vijfhoekig bastion noteren dat de defensie van de kant van het paleis versterkt.
Een eerste deur, de Deur van de Grote Meester, geeft toegang tot de Deur van Amboise.
De deur van Amboise wordt door een sloot voorafgegaan die brug aan een bogenen overschrijdt.
De toegang werd door twee massieve ronde omloop beschermd erover, duidelijk ontworpen om de osmanische kanons te trotseren. Zelfs wanneer de vijand erin was geslaagd om de deur te bereiken, kunnen hij geen toegang tot de stad hebben: Pierre van Amboise had immers de opvatting van de wallen gewijzigd zodat er drie andere deuren tussen de buitenlandse deur en de stad waren. Omwille van deze reden, noemde Osmanisch het systeem van deuren „Egri Kapi“ (omgebogen deuren).
De deur van Amboise gaf toegang tot Collachium, of burcht, waar de Ridders en hun vervolg woonden.
Een overwelfte toegang, een voorbijgetrokken overgang, vervolgens leiden lices tot de deur St Antoine die aan de plaats van het paleis voorafgaat.
Een zeer spectaculair aspect van de vestingwerken van Rhodos is de brede sloot die de hoge muren omgeeft.
In de sloten zelf, bouwden de Ridders lage kazematten die aan de hoge muur rug aan rug worden geplaatst, vandaar kanons konden trekken.